Het dartbord bestaat uit twintig genummerde gebieden, met daarin twee ringen. Gooi je in een van de twee grotere vakken van het getal (dit wordt de single genoemd), dan telt deze één keer voor het gegooide cijfer. De buitenste ring (de dubbel) is goed voor twee keer de waarde van dat vak. Een pijl in de kleinere binnenste ring (de triple) verdrievoudigt de waarde van het vak.
Hoeveel punten elk vakje oplevert, zie je in de volgende infographic:
De middelste rode cirkel (de bullseye) is zoals je hierboven ziet 50 punten waard. Belandt je pijl in het groen daaromheen, dan scoor je 25 punten. Niet een pijl in de ‘roos’, maar de triple 20 levert dus de meeste punten op
Wie mag beginnen?
Om te bepalen wie er begint, werpen beide spelers naar de roos. Diegene die het dichtst bij de roos zit, mag het spel starten
Wat als een dartpijl valt?
Gooi je een dartpijl, maar kaatst hij terug (een bouncer)? Dan mag de dartpijl niet opnieuw worden gegooid – hoeveel pech er ook bij kwam kijken. De dart levert dan dus nul punten op.
De dartpijlen moeten in het dartbord blijven steken totdat de totale score is berekend. Gooi je de tweede pijl bijvoorbeeld in de triple 20, maar valt hij tijdens het gooien van de derde pijl op de grond, dan krijg je geen punten voor deze pijl. Ook dartpijlen die achterop een andere pijl worden gegooid (een Robin Hood) tellen niet mee bij de score.
Laat je een dartpijl uit je vingers glippen, zonder dat je daarmee een werpbeweging naar het bord maakte? Dan mag je deze dart wél oprapen en naar het dartbord gooien.
Wat moet de afstand tot het dartbord zijn?
De afstand tot het dartbord is 237 centimeter. Het midden van de bulsseye moet op een hoogte van 173 centimeter
